Juni
Week 22: hier wordt gewerkt.
De maand waarin alles wat in de natuur leeft het beste tot zijn recht komt. Dit willen we laten zien in zeven fotocollages.
De eerste collage laat de bloei in onze tuin zien. De voorjaarsbloei is verdwenen, nu is de late voorjaar-zomerbloei aan de beurt.
Wij zijn dol op allium soorten, ze zijn makkelijk en de bloei is relatief lang. Links- en rechtsboven een gele en witte soort, maar we hebben ook mooie paarse. Ze doen het heel goed in een boomspiegel, alles van deze alliums is eetbaar; bol, blad, stengel, bloem.
Links de roos 'Peace' waarvan de blaadjes eetbaar zijn en een verfraaiing in een salade. De struik blijft klein en is eenvoudig te snoeien.
De Akelei is een soort die voorkomt op voedselarme kalkrijke graslanden in Zuid-Limburg, maar ook achter in ons voedselbos bij de vijver.
De Gele lis staat ook bij en in de vijver. Salamanders maken gretig gebruik van de wortels waartussen ze de eitjes leggen.
Nog meer bloemen in de tuin.
De Ratelaar is een teken dat onze inzet voor een evenwichtig grasveld succes heeft. Komende jaren zullen wel meer planten van voedselarme kalkrijke graslanden verschijnen.
De Judaspenning breidt zich langzaam verder uit langs de bosrand aan het einde van onze tuin waar het voedselbos ligt.
Bieslook is een heel fijn kruid voor de keuken, maar een border met Bieslook in de tuin is een prachtig gezicht.
Tuinbonen, een vlinderbloemige, bloeit nu ook volop en het ziet er naar uit dat we ergens in juli een mooie oogst kunnen verwachten.
Wanneer kun je spreken van bloemen en wanneer van bloesem. Is bloesem het zelfde als bloemen maar dan aan een boom? Of is bloesem als deze gevolgd wordt door een eetbare vrucht?
De Moerbei, daar hebben we een zwarte (links) en een witte soort (rechts) van. Je gaat het verschil zien in de kleur van de vrucht die later komt.
De Kornoelje is interessanter dan we in het begin dachten. Met de vruchten valt meer te doen dan dat we gedacht hebben. Zeer geschikt voor marmelade of siroop, maar er zijn soorten die je voor de rood-verkleuring moet plukken en dan als olijven behandelen en later ..... eten. Links is de bloei van de Kruipende kornoelje en rechts de Vlinderkornoelje (Cornus mas Butterfly).
Tussen de twee Cornussen in zie je de bloei van Peterselievlier, zo genoemd omdat de bladeren veel lijken op krulpeterselie. Dat maakt de struik mooier dan de gewone Vlier in de natuur.
De schisandra is een struik die graag omhoog geholpen wordt door bijvoorbeeld gaas of een rekje. De plant is tweehuizig en eenslachtig. We gaan het nog eens uitleggen: Tweehuizig betekent dat mannetje en vrouwtje een latrelatie hebben, het mannetje en vrouwtje heeft ieder een apart huisje (plant). Eenslachtig betekent dat een plant maar één geslacht heeft, dus of een plant heeft alleen mannetjes of alleen vrouwtjes bloemsem, laten we zeggen een kloosterrelatie. Links het vrouwtje, rechts de mannetjes. We hebben dus twee verschillende planten.
We komen bij de afdeling bessenstruiken.
De eerste foto linksboven is onmiskenbaar de Framboos.
De tweede rechtsboven is de Jostiband,,,, ik bedoel de Jostabes, een grote zwarte bes met een vleugje kruisbes.
Links beneden zien we onze 'voorkeursbes', de Japanse wijnbes. Een fantastisch mooi rood besje (maar nu nog even niet) en vanwege de stekelige stengels kunnen de vogels er niet bij. Dus geen zorgen als je een dagje te laat bent.
Rechts beneden zien je de Braam. Dit is een gecultiveerde soort zonder stekels maar wel met grote vruchten (en bloemen zoals je ziet). Om van de struik te eten zijn ze niet bijzonder, daar zijn weer andere soorten voor. De soort is wel ideaal om marmelade van te maken of voor een milkshake e.d.
Nu is de afdeling groente in de collage aan de beurt.
Slasoorten zijn dit jaar erg laat buiten gezet, maar nu het weer goed is en zit de groei er stevig in.
De bloei van de Erwtenstruik is er nu wel uit en daarvoor in de plaats zijn de peulen al goed zichtbaar. De erwten zijn goed te eten en dat gaan we dit jaar voor het eerst uit proberen (hopen we).
De Crambe oftewel Zeekool staat langs de kust van Normandië en Bretagne als onkruid en als het niet vriest kunnen planten daar de winter overleven. Hier lukt dat niet want er is altijd wel een koude periode en sterven bovengronds af om in het voorjaar weer tevoorschijn te komen. Jonge stengetjes zijn lekker.
In de kas, maar ook buiten, hebben we nu komkommerplanten gezet. Laten we hopen dat de slakken ervan af blijven anders zijn het kwamkwammerplanten.
De tomaten zijn ook voor het grootste gedeelte in de kas en buiten gezet. We houden nog wat planten in potten voor als er een paar sneuvelen. De eerste laten al hun bloem zien.
De 'van alles wat' collage.
Boven zie je de zeer sierlijke bloemen van de Braakwortelspirea 'Indian Physic' een werkelijke schoonheid.
Deze eiken boomstammetjes zijn inmiddels 24 uur onder water gedompeld en staan nu naast de keukendeur in de hoop dat ze veel Shiitake paddenstoelen gaan geven.
Het perenboompje is niet erg gegroeid maar had wel bloesem en minimaal één peer. Dat wordt vechten in het najaar...
Een mooie bodembedekker is deze Kruipende tijm. Een hele mooie geur en je kunt er op lopen. Natuurlijk niet elke dag met hordes mensen.
Dit vreemd verschijnsel zijn de vruchten van de Pimpernoot. Jeetje,,, wat hebben we toch veel soorten planten in de tuin.
Tot slot kijken we ook nog naar de dierenwereld, met name de insecten. In zo'n tuin hebben insecten natuurlijk wel wat voedsel te halen en zonder bestuiving geen opbrengst.
We hebben ook de Honingbij die waarschijnlijk van een imker in het Geuldal is. Bijen kunnen tot 5 kilometer van hun korf nog voedsel zoeken.
Ook de Hommel vliegt er lustig op los en vindt een buffet van een 'driesterrenrestaurant' met zelfbediening.
De Gestreepte pyamaschildwants, hier bezig met een activiteit waarbij een pyama wel toepasselijk is, is ook aanwezig maar kan nauwelijks schade aan richten. We vinden het fijn als in onze tuin ook de fauna-biodiversiteit bevorderd wordt. Daarbij zijn deze 'schepselen gods' ook welkom. Zo komen we tot slot uit bij een ander schepsel gods, het 'onze lieve heer beestje'. Wist je dat er vele tientallen soorten hiervan zijn? Dit is het rode 6 stippige lieveheersbeestje.
Fijn dat je weer interesse hebt gehad voor alles wat in onze tuin voor komt.
Week 23: Genieten van de bloei en het oogsten.
Er bloeit veel in Ecotuin Keutenberg. Allemaal nuttige planten.
Boven is de Pyrethrum, een soort Margriet met insecten dodende inhoudsstoffen.
De werking is effectief maar kortdurend en daarom selectief inzetbaar.
De gele bloesem van de Kiwi is erg schaars, waarschijnlijk vanwege de late vorst waardoor ook het blad grotendeels bevroren was. De witte bloesem van de Kiwibes was later en daarom zit de struik tjokvol. Dat wordt smullen.
De Paarse morgenster (Paarse Haverwortel, een vergeten groente. Er is ook een gele 'schorseneer' variant) bloeit vooral in de ochtend, bijzonder fraai en eetbaar.
Vlierbloesemsiroop, twee weken geleden maakten we rabarbersiroop, heeft een pittige maar hele fijne smaak. Wij doen altijd minder suiker dan aangegeven wordt. 1250 gram in een liter vlierbloesemaftreksel vinden we veel, wij houden het op 1000 gram per liter maar dan wel met een afgestreken theelepel citroenzuur erbij voor de houdbaarheid.
Het is volop peultjestijd. Ingemaakt vinden we ze minder lekker, erwten en bonen zullen we wel inmaken. Dus nu smullen maar (met een snuifje zout en een klontje roomboter).
De eerste shiitakeoogst is binnen. Een week na het dompelen hebben we een halve pot van driekwart liter gevuld. De komende oogsten zullen groter worden omdat de stammetjes minder oud zijn. Deze stammetjes zijn het vierde jaar ingegaan.
Muurpeper en Penningkruid (niet te verwarren met Judaspenning) zijn twee soorten die nu in een gemengde sla gegeten kunnen worden.
Juni is de maand waarin de tuin veel te eten biedt.
Week 24: droogte.
Het is alweer een poosje erg droog geweest, maar in de nacht van zaterdag op zondag hebben we een korte maar hevige bui gehad die één (1) centimeter regen heeft opgeleverd. Natuurlijk lang niet genoeg voor een goede ontwikkeling van de planten. Door de hoeveelheid driedimensionaal groen blijft het vocht lang in de bodem zitten.
De tuin geeft dan ook een fris-groene indruk.
De eerste eetbare Daglelies (Hemerocalis) komen tevoorschijn.
Ons Citroenboompje, de winter goed overleefd ondanks het verlies van veel blaadjes, heeft nu minstens 10 bloesembloempjes.
Vandaag gaan we voor de eerste keer een lekkere portie frambozen nuttigen.
Het Rapunzelklokje, de worteltjes schijnen erg lekker te zijn en beter te smaken als tulpenbollen. Maar het is wel een 'gepunnik' om een redelijke portie te hebben dus beginnen we er niet aan. Wij zijn tevreden met het mooie uiterlijk van dit plantje in onze tuin en het krijgt ruim de kans zich uit te zaaien.
De witte bloem van de Aardkastanje staat veelvuldig op het, daarvoor bestemde, veldje. De ondergrondse knolletjes zouden ook erg lekker zijn en dat gaan we straks wel eens proberen.
De Paarse morgenster bloeit maar een paar dagen en dan alleen nog in de ....... juist ja, ochtend. Je ziet ook de 'pluizen' die door de wind verspreid worden.
De Schorseneer is een familielid van de Morgenster en in Frankrijk wordt hij dan ook Gele morgenster en weideschorseneer genoemd. De gecultiveerde schorseneren zijn natuurlijk ervoor gemaakt om grotere wortelstokken te krijgen die gegeten worden als asperges.
Door de droogte zijn de Wortelen tussen de Uien niet goed opgekomen. We doen een tweede poging maar dan met kunst en hulpmiddelen: jute stof die de verdroging tegen gaat en ook onze gevleugelde stoute vrienden geen kans geeft de zaadjes op te pikken. Het is wel goed opletten wanneer de groene sprietjes van de wortelen boven de grond komen want dan hebben de planten licht nodig en moet de jute verwijderd worden. Bij droogte elke avond een scheutje water op dagtemperatuur met een gieter vinden ze wel lief.
Een paar meter betonvlechtwerk is ideaal voor een rek waartegen planten omhoog kunnen groeien. Wij hebben er nu klimcourgettes en pompoenen bij gezet. Als ze groeien kun je ze even helpen de weg omhoog te vinden, daarna vinden ze die zelf wel.
De peulgewassen doen het goed. We zijn volop Peulen aan het eten. De eerste Doperwten en Capucijners zijn geoogst en die gaan de diepvries in. Dan doen we niet met de Peulen, we vinden ze uit de diepvries veel minder lekker dan vers, dus het is smullen geblazen.
Als je goed kijkt zie je de eerste kleine gele Courgetjes op het laatste fotootje tevoorschijn komen.
Wij vinden de Gele courget het lekkerst omdat ze van nature een 'romige' smaak hebben. Helaas nog even wachten.
De Indiaanse bieslook staat prachtig in bloei. Weer zo'n 'eetbare siertuinplant'. Waarom zien we deze niet vaker in tuinen want ze 'versieren' de borders en je kunt de lange groene blaadjes versnipperd in een salade eten maar je kunt ook andere gerechten ermee versieren. Dus versieren in de tuin en op je bord.
We kregen een mooi mengsel zaden voor bijenplanten. Ook daar hebben we een plek voor vrij gehouden. Hoewel we weten dat het op landschapsschaal natuurlijk maar erg weinig is. Het maaibeheer in het landschap moet aangepast worden zodat insecten weer bloemen in de bermen kunnen vinden. Wij hebben er met ons veldje bijgedragen.
Elk jaar laten we een paar preiplanten bloem krijgen. Dan doen we op een uitgezochte plek waar de plant op het einde van de winter naar toe verhuisd is. Als je er een paar laat staan krijg je kruisbestuiving en prima zaadvorming voor komend jaar. Het zaad dat we dit jaar gezaaid hebben was van vorig jaar. Het ziet er straks prachtig uit als de bloempjes uit hun coconnetje knallen.
De Chinese braam is een kruipende braamsoort die oppervlaktes kan bedekken en daarmee ook ongewenste kruiden kan voorkomen. Het plantje met zijn bloempjes laag bij de grond ziet er fraai uit. De bramen zijn straks goed te eten (als andere levende wezens ons niet voor zijn).
Tot slot de Tuinboon. Natuurlijk hebben we een paar rijtjes in ons moestuingedeelte staan, maar er waren een paar planten over en er was een stukje grond in ons voedselbos over. Dat paste precies. Ze doen het goed, ziet er mooi uit en straks een extra portie tuinboontjes.
Als ik nu, na het schrijven van de zoveelste tuinblog, onze tuin overzie dan denk ik: Wat een rijkdom.
Week 25: groeizaam weer.
Gelukkig valt er wat regen en de temperaturen zijn hoog. Dan wilt alles wel groeien.
De rozen langs de berm bloeien op zijn mooist.
De lavendel wordt door insecten goed gevonden.
De granaatappelbloesem wordt geflankeerd door kakibloemen, twee verrassende subtropische verrassingen.
Voor veel planten is dit de overgangstijd van bloem en bloesem naar vrucht en fruit.
Zo gaat de bloei, je moet deze goed onder het bladerdak zoeken, van de Persimoen, nu over in de vrucht.
De 'vrucht' van de Vijg is de bloem. Er is niks lekkerder dan vijgenjam....
De Pawpaw linksonder bloeit niet meer, maar er zitten al mooie kleine vruchtjes aan.
De Tomatenboom zit nog wel vol in bloei. De eerste vruchtjes zijn wel al te zien. ze zijn pas rijp met kerstmis, dus ze hebben nog wel even de tijd.
Langzaam wordt het bessentijd. De verschillende soorten zijn mooi aan het verkleuren zoals de Struikkers ofwel Prunus tormentosa.
De Frambozen, samen met de aardbeien, staan overigens al regelmatig op tafel om vers te eten maar in de yoghurt smaken ze ook heerlijk.
De Tuinbonen zijn, na Peul en Erwt, de volgende in het rijtje peulvruchten. Terwijl boven in de plant nog bloei te zien is, zijn aan de onderkant van de plant de eerste bonen rijp. Fijn spul voor in de diepvries. Ze brenen stikstof in de grond, dus als de oogst in zijn geheel geweest is, knippen we het bovengronds af en laten we de wortel met een stukje steel zitten. Het is mogelijk dat de plant opnieuw uitloopt. bloei krijgt en nieuwe bonen. Die hebben een harde schil, maar nadat ze gekookt zijn en het velletje verwijderd kun je van het binnenste een heerlijke humus maken, maar dat is pas eind september.
De beestjes zijn geen bedreigers van onze planten maar zeer nuttig. Het zijn de larven van Onzelieveheersbeestjes. Ze eten graag luizen en in hun volwassen stadium ook ( laatste foto rechts is de larve aan het veranderen naar het pop stadium). Dus laat ze lopen.